Je hoort wel eens dat een vleugel van een ziekenhuis gesloten wordt omdat er een moeilijke bacterie in zit of zoiets. De drie ziekenhuizen waarin Leo, Simon en Iris geboren werden zijn daarna steen-voor-steen afgebroken. En het Diaconessenhuis in Naarden, hoe zit het daar mee?
Map24 heeft de Diaconessenlaan, maar geen Diaconessenhuis. Ik lag in dat ziekenhuis in 1949, zo ongeveer. Een grote zaal met mannen, best gezellig. De KNO arts haalde een stuk van mijn neustussenschot weg. Ik kreeg het mee in een flesje, op sterk water. Het heeft lang op een plank in de kelder gestaan, maar ik ben bang dat Zus het heeft weggegooid. Eigen schuld, ik had er beter op moeten passen.
Vòòr die operatie had ik nooit door mijn neus geademd, ik kreeg ademles van Klaske Sybenga, friesiotherapeute, om dat te corrigeren. In Schiedam IV zei ik vaak ziek te zijn geweest, na die operatie was dat helemaal over.
Map24 laat ook het 'diepe' en het 'ondiepe' van het zwembad zien als blauwe rechthoekjes, maar niet het zwembad zelf. Er was een gebouw met een binnenbad. Ik kan nergens vinden of dat zwembad nog als zwembad functioneert. Was dicht bij het Diaconessenhuis, vandaar dat ik de rechthoekjes vond. In dat zwembad leerde ik eindelijk mezelf zwemmen.
In 1957 was het er nog, toen kwam ik er als militair. Opvallend veel jongens die niet konden zwemmen, toen.
Wat deed ik midden in de nacht op de weg langs het zwembad? Dat weet ik niet meer, wel dat ik daar liep en dat er Noorderlicht was. De eerste en enige keer dat ik dat zag.
Nu het toch over mijn kwalen gaat, ik noemde al even mijn mitella. Nou gaan we weer helemaal terug naar Schiedam, 1943 of 44, zomer. Er was een aanleiding om vanuit de tuin naar binnen te rennen, ik viel over een stoel. (Die, van boven gezien, cirkelvormige stoel.) Ik kwam neer op mijn gestrekte armen en rechts deed dat erg veel pijn. Waarschijnlijk stond ik bekend als aansteller, want Kees en Zus waren niet onder de indruk van mijn gejammer. Ik ging toen in m'n eentje naar onze huisarts op de Willem de Zwijgerlaan. Ik mocht meteen binnenkomen, hoefde niet te wachten. Heel veel later ben ik gaan vermoeden dat K&Z de dokter telefonisch van mijn komst verwittigd hadden. De dokter vond een röntgenfoto wel gewenst. Met Kees naar de Noletstichting, waar we zo ongeveer naast woonden. (Dat ziekenhuis is er zowaar nog, alleen de naam is anders!) Ik zie het nog, die röntgenfoto, een prachtig mooi scheurtje. De elleboog heeft jaren daarna sneeuw voorspeld. (Hee, hij doet 't niet meer: de sneeuw vorige week kwam zonder waarschuwing.)
Vacantie in Silvolde met gipsverband en een mitella. Weer naar school, nog steeds de mitella, ik kon niet schrijven. Ik hoopte al die mitella eeuwig te mogen houden maar na een weekje werd het scheurtje genezen verklaard.
Nu het toch over mijn kwalen gaat, als kind had ik veel bronchitis. Bij de keuring voor militaire dienst heb ik nog geprobeerd me om die reden te laten afkeuren. De dokter constateerde wel een schoenmakersborst maar vond dat niet erg genoeg. Ja, dat woord bestaat, schoenmakersborst. De bronchitis begon in die tijd 'vanzelf' over te gaan, heb ik niet meer, nog wel de schoenmakersborst. 'Een beperkte longcapaciteit' werd ook vastgesteld, reden waarom ik nog steeds wel lang maar niet hard kan fietsen.
Jaren later zag ik op de tv een jongen die zich een prothese had laten aanmeten voor z'n schoenmakersborst. Zoiets als een borst-implantaat, maar dan hard en maar ééntje, in het midden. Ik had daar wel heel hard om willen lachen, maar dat gaat niet met mijn beperkte longcapaciteit.
Ik had er vooral 's nachts last van, van die bronchitis. Je werd dan wakker van je eigen piepende adem. In de zomer stond ik soms om vijf uur al op en ging op de hei fietsen. Rare therapie, buiten adem raken, maar het hielp wel.
Nu het toch over mijn kwalen gaat, op 30 october schreef ik al over mijn slechte oren, ontstaan op de hei tussen Bussum, Laren en Hilversum. Maar ik 'lag' in Naarden, daarom past ook dit bij Naarden VII.
Kwalen in het algemeen en verwondingen in het bijzonder: het voetje van Marja, wat tussen het achterwiel en de achtervork van Kees z'n fiets kwam. Ik zie het nog voor me. Koen die op de Montessorischool in z'n been hakte. Koen die in Bergen viel met een autoped zonder handvatten. Ik, rolschaatsend in de Vermeerlaan, m'n tweede hondenbeet. (hier de eerste)