Schiedam, deel III

knijpkatWij bezitten een nog werkende knijpkat. Tegenwoordig een kostbaar verzamelobject, toen een kostbaar gebruiksvoorwerp. Als je naar beneden schijnt moet je oppassen dat je 'm niet laat vallen. Bij het schijnen in de pan met bietenpulp gebeurde dat. Die pulp moest koken, maar niet aanbranden. Op de kachel, "je brûle tout l'hiver, sans m' eteindre". Het is 1944, begin '45: de hongerwinter.

De knijpkat werd uit de pulp gevist, gedemonteerd, schoongemaakt, gemonteerd. Dat kon toen nog, apparaatjes repareren. Philips was toen al goed in het maken van magneten.

Bietenpulp: je raspt een suikerbiet, kookt het geraspte met wat water. Na enige tijd heb je stroop met daarin de stukjes pulp. Die stukjes haal je er uit, daar kan je koekjes van bakken. De stroop gebruik je als stroop, in plaats van suiker. Van 'low-carb' had niemand nog gehoord.

Een pulpkoekje is best te eten, als afwisseling van een tulpenbol. Die is ook niet slecht, een tulpenbol, een ui is tenslotte ook een bol. En dan nog de eerder genoemde spiering, door Kees gevangen.

Altijd beter dan het eten van de gaarkeuken. We haalden het wel, een pan vol, maar die werd meestal leeggegeten door een man die daarvoor dagelijks aan de deur kwam. Het recept is mij onbekend, vast wel te vinden op het WWW. Honger-oedeem: daarvan zwel je op, je wordt dus dik van de honger. Die man had dat.

Veel sneeuw in de winter 44-45. Geen verkeer meer, we konden enorme sneeuwkastelen bouwen in de straat. Sneeuwbalgevechten, daar was ik niet dol op, ik kon toen ook al niet gooien. Maar die bouwsels, dat was leuk.

Kees maakte fietstochten van meerdere dagen om voedsel te verzamelen bij de boeren. Hoe hij daarin slaagde weet ik niet meer, maar hij bracht wel van alles mee, in elk geval suikerbieten. En onze zelfverzamelde arwekorrels. Ik kan me geen echte honger herinneren, wel dat de erwtensoep meteen weer naar buiten kwam. Achteraf bedenk ik dat dit een migraine verschijnsel geweest kan zijn. Heb heel lang een aversie tegen erwtensoep gehad.

Van mijn autoped werd een tweewielig wagentje gemaakt. We hadden een voorraadje multiplex, waarmee eerder onze ramen waren dichtgemaakt. Toen daar weer glas in zat hadden we het multiplex over. Daarvan construeerde Kees het wagentje.

Daarmee kon hij een veel grotere boom uit het Sterrenbos (Dat heet nu Volkspark. Wat is dat nou weer voor een rare oostduitse naam?) halen. Hij had altijd een rekenlineaaltje in z'n binnenzak. Met behulp daarvan zette hij streepjes op de naar huis gesleept boomstam om hem vervolgens in stukken te zagen. Dat moet wel een trekzaag geweest zijn maar die zie ik niet meer voor me, wel dat beeld van de actie met het rekenlineaaltje.

De kachel kon weer branden.



Schiedam I
Schiedam II
Schiedam III
Schiedam IV
Schiedam V
Schiedam VI
Naarden I
Naarden II
Naarden III
Naarden IV
Naarden V
Naarden VI
Naarden VII