School

Het is 1946, ik zit in de vijfde klas. Hoewel ik slecht kan spellen, niets snap van grammatica, een abonminabel handschrift heb, de rijtjes jaartallen enorme onzin vind en niet kan hoofdrekenen zit ik toch in de vijfde klas. Een schooladviesdienst bestond nog niet, de CITO toets moest nog bedacht worden. Toch was er iemand die vond dat ik de zesde klas maar moest overslaan, tot grote ergernis van Do Nierop, Trudies moeder. Trudie was echt intelligent en moest toch gewoon naar de zesde.

Vroeger was de zesde de top van de lagere school. Al leerde je verder niets, na de zesde kreeg je een getuigschrift dat je de hele lagere school gehad had. Dat getuigschrift heb ik dus niet.

Kees werkte al in Amsterdam, kwam alleen de weekenden thuis, treinverkeer was nog redelijk problematisch. Autoverkeer was er nog niet, snelwegen nauwelijks. Na de geboorte van Marja sliep ik bij Zus. Ik zie nog voor me hoe ze uit bed kroop, letterlijk! om Marja te voeden. Ik herinner me het woord 'neuritis' maar in welke samenhang?

We verhuisden kort voor de grote vacantie naar Naarden. Ik mocht mee rijden met de verhuisauto, samen met een dienstmeisje wat uit Schiedam geëxporteerd werd. Annie Kars, heette ze zo? Helft van een tweeling. Ze was nodig omdat Marja nog piepjong was en Zus niet helemaal gezond.

De verhuisauto reed over de Bussumer Grindweg, van Hilversum naar Bussum. Zoveel bomen had ik in lang niet bij elkaar gezien, de Schiedamse bomen waren grotendeels opgestookt.

Annie ging het weekend naar Schiedam, soms verscheen op maandag haar tweelingzus: Annie had teveel heimwee. Heeft niet zo heel lang geduurd. Clary Keyer, een echt Huizense naam, was de opvolger van de tweeling.

Vlak voor de grote vacantie, ik ga nog een paar weken naar de Montessorischool. Na de vacantie ga ik naar de IVO. Individueel Voortgezet Onderwijs. Je mocht zelf, onder begeleiding, kiezen welke vakken je wilde leren. Die begeleiding zorgde ervoor dat je met je keuze ongeveer een schooldag vol kreeg. Daarna hield de begeleiding op: als je niets wilde leren dan hoefde dat niet. Ik deed 'natuurkunde' omdat ik dat leuk vond, verder deed ik zo min mogelijk. Geen succes. Na twee jaar ging ik naar het Goois Lyceum.

Een leuke school in een oude villa, in een kerkgebouwtje aan de Koningslaan, later in tamelijk gammele nieuwbouw. Kees zat in het schoolbestuur. Ik herinner me van de muziekles do-re-mi-do, Peer Gynt. Handenarbeidles, dat vonden ze belangrijk, ik ook. Een kleine klas: negen meisjes (Magda, MD, LiB, LoB, AH, LG, DS, TL, CT), vier jongens. Het leukste meisje was Anita, maar Ru vond Tineke leuker. Ru speelde heel goed piano. De andere twee jongens waren J.P en W.H, al genoemd in Naarden I. Een van de meisjes, een nogal sletachtige, trouwde met een mijner latere cursisten.
Meneer Borgers gaf me bijles nederlands. Iedereen gaf me altijd bijles. Zonder succes, het woord 'motivatie' was nog niet uitgevonden.

LB = Loes Bosch, had een beugel. Niet zoals vandaag in haar mond, maar om haar kinderverlamde been. Ze kwam uit Indië, ging daar ook weer naar terug, met de Oranje. We brachten haar weg, de hele klas met een klein bootje naar dat schip in de Amsterdamse haven. In het Suez-kanaal betaal je voor het dek-oppervlak, de Oranje was daarom op de waterlijn breder dan aan dek. Kon je goed zien vanuit dat bootje.(Wat onthoud ik toch een mooie details...)

(Over schoolbestuur gesproken, meneer Gunning zat ook in het schoolbestuur. Hij hield van absolute eerlijkheid. Wandelend met zijn 16 jarige zoon in 1940-45 had hij "Fünfzehn" geantwoord op een duitse vraag naar de leeftijd van die zoon (16=Arbeidseinsatz). Daar had hij nog steeds last van. Een heel aardige man, maar wel hersenbeschadigd, vonden we. Deed ook iets met Morele Herbewapening.)

Het Amsterdams Kindersanatorium. Daar fietste ik dagelijks naar toe. Niet zo ver als je zou denken, aan de rand van de hei bij Huizen. Daar was een schooltje, met een schoolhoofd. Die gaf mij bijles in ongeveer alles, we speelden ook tafeltennis. Dat sanatorium is er niet meer, het schoolhoofd waarschijnlijk ook niet. De fietstocht was heel mooi.

1948-50 was dat, het Goois Lyceum. Later ging Sneeuwuil nog naar die school die daarna gesloten werd. Ik was toen al naar het Christelijk Lyceum en daar al weer van af. De naam 'Goois Lyceum' wordt nu weer gebruikt voor een andere school.

1951 het Christelijk Lyceum? In de voorste bank, met mijn vriendje Hans. Het was maar goed dat we altijd naar buiten keken, zo zagen we het wiel van een vrachtauto aflopen. Ik heb best wel zes jaar op middelbare scholen doorgebracht, zonder dat het enig diploma opleverde. Ik kwam nooit verder dan de derde klas. Het verkeersdiploma bestond nog niet, zelfs een zwemdiploma heb ik nooit gehaald.

Het Christelijk Lyceum, nu Willem de Zwijger College, was heel handig vlak naast een kerk gelegen. Daar begonnen we de week met een preek, meestal uitgesproken door de rector. Een gristelijke opvoeding is nooit weg. (Waarom al die scholen zich opeens 'college' gingen noemen is mij nooit duidelijk geworden.)

1952, ik heb een jaar over. 53-56, dat weet ik zeker, was de electronica school, Rens & Rens, zojuist failliet gegaan. Ook toen al, 1955, bekend als Circus Rens. Kees stuurde mij naar die school omdat electronica zo ongeveer het enige was wat mijn belangstelling had. Dat klopte wel, maar niet als je die electronica in klassikale vorm krijgt toegediend. Ook deze instelling verliet ik zonder einddiploma, maar met toch wel wat basiskennis electronica.

1954 was een topjaar: in één keer m'n rijbewijs! Sneeuwuil ook, les van dezelfde van Ruler. Bij het wisselen van leerling hadden we elkaar kunnen tegenkomen...



















Schiedam I
Schiedam II
Schiedam III
Schiedam IV
Schiedam V
Schiedam VI
Naarden I
Naarden II
Naarden III
Naarden IV
Naarden V
Naarden VI
Naarden VII