De personen zijn op. Blijven de gebeurtenissen.
Fietstochten met Kees, ik op een kinderzitje met blauwe bekleding. Tegenwoordig hangen die aan het stuur, maar deze was op de bovenste framebuis bevestigd.
Pernis, niet het reisdoel maar het kijkdoel. Pernis is aan de overkant van de Maas, vanuit Schiedam gezien. De olietanks, die waren er in 1940 ook al. In 1941 in brand gebombardeerd, heel mooi om te zien.
Je voelde de hitte, vanaf waar wij stonden (bij het kruisje) tot de olietanks is meer dan een kilometer.
Humor uit 1944: "De duitsers hebben een nieuwe tank, voor 50 man. 1 bestuurder, 1 schutter en 48 om te duwen". (Olie en gas uit nederlandse bodem waren onbekend. WO II had wel eens langer kunnen duren, als die voorraden wel bekend waren geweest.)
Fietstocht naar de Maastunnel. Rotterdam was platgebombardeerd maar de bouw van de tunnel ging gewoon door. Ik herinner me een blik in de bouwput, en, veel later, een wandeling door de voetgangerstunnel.
Tramtochten met Zus. De tram naar Rotterdam, die maakte een lus in Schiedam, tegenover de Hemaflat. Ga niet zoeken: de Hema is verhuisd. Meyer en Blessing, de speelgoedwinkel in Rotterdam, blijkt nog te bestaan.
Boodschappen met Zus, de eerder genoemde Liduinastraat met de blauwe klinkers. Daar was de groenteboer, op z'n winkeldeur was een plaatje van een banaan geplakt. Ik wist nog wel wat een banaan was, maar had al heel lang geen echte gezien. Een aardappelschrapmachine was er ook, als je geluk had zelfs in werking.
Waarom kwamen we daar? De groenteboer kwam met zijn paard en wagen aan de deur. Het paard wist wanneer een transactie klaar was en liep dan op eigen initiatief door naar de volgende klant. Ik mocht wel eens meerijden op de groentewagen.
De slager was daar schuin tegenover, van der Leeden, vond ik een rare naam. Er woont nog een van der Leeden daar in de buurt, volgens het telefoonboek. De slagersjongen kwam 's morgens eerst 'horen', en dan 's middags bezorgen. Ja, wij hadden telefoon, maar kennelijk was dat nog niet zo algemeen.
Kijkend op het kaartje van het telefoonboek zie ik een zijstraat van de Liduinastraat: de Tielman Oemstraat. Onvergetelijke naam: daar woonde de tandarts Halfax, op de hoek met de B.K. laan.
Alle Schiedammers zeiden beekaa voor Burgemeester Knappert. Een deel van die laan was geasfalteerd, daar kon je rolschaatsen. Verderop waren er kinderhoofdjes, Schiedam was daar toen nog al gek op. Aan dat stuk woonde Willem-Jan, een maat van de kleuterschool van juffrouw Comender.
Alle namen van de kleuterschool zijn verdwenen, behalve die van de juffrouw, Willem-Jan en Trudie. Willem-Jan en ik hadden dezelfde vrachtauto. Die van Willem-Jan had een jaloers makend echt dekzeil, zijn vader deed in dekzeilen. Z'n kleine broertje, die met die flapoortjes, zie ik nog wel eens op de tv.
Verder op de B.K. laan was het Sportfondsenbad. Het is nu te koop! Toen vond ik vooral het schuivende dak erg mooi. Men heeft geprobeerd mij daar zwemmen te leren, wat niet lukte. Ook voor deze vorm van leren was ik ongeschikt. Vooral dat gedoe met die hengel vertrouwde ik niet. (Later, in Naarden, heb ik het mezelf geleerd.)
Heb je die foto's gezien? De tweede, achter die rode auto, daar was de ingang, een doorgang in het huizenblok. (Wim Maas, eerder genoemd als enige dikke kind van onze school, woonde daar ergens.) Ik kwam ooit door die gang uit het zwembad toen er een troep duitse soldaten binnenkwam. Die zongen altijd bij het marcheren, in zo'n tunnelachtige gang klinkt dat extra hard. Daar schrok ik toch wel van, ik voel het nu nog een heel klein beetje.