Voorzieningen, te treffen voor het uitbreken van een oorlog, door F.A. Menalda

Aerdenhout 22 Nov. 1944

Nu het ogenblik van de bevrijding naar alle waarschijnlijkheid niet meer ver af is (misschien nog enkele maanden) leek het me goed eens op papier te zetten wat we in het begin van de oorlog hadden moeten doen om de vele onaangenaamheden van den oorlog zo goed mogelijk het hoofd te bieden. Zou ik daaarmee wachten tot na de bevrijding, dan vrees ik dat het vele onaangename spoedig vergeten zou zijn en ik de helft zou vergeten, terwijl we nu waarschijnlijk het hoogtepunt van de algemene schaarste naderen.

Om te beginnen dan de voeding incl. genotmiddelen.
Geconstateerd moet worden dat er op het ogenblik geen enkel voedings- of genotmiddel is, dat tegen redelijke prijs in iedere gewenste hoeveelheid te krijgen is, behalve misschien rode kool. Deze toestand is langzamerhand gegroeid en de laatste tijd zeer snel ernstiger geworden door de spoorwegstaking, waardoor in sommige delen van het land meer dan voldoende is van iets wat hier bijna geheel ontbreekt. Vóór die tijd waren de voornaamste redenen die tot het groeiende tekort hebben geleid: wegvallen van de import (oliezaden, veevoer, vetten, graan), vordering door de bezettende macht voor haar burgers en haar binnenlands gebruik, gebrek aan mankrachten in de landbouw en veeteelt doordat deze in de oorlogsindustrie enz. worden tewerkgesteld, slecht transport.

Het belangrijkste middel om zich tegen de schaarste te wapenen, is om liefst vóór de oorlog, maar anders in het begin van de oorlog, een ruime hoeveelheid duurzame levensmiddelen in te slaan. Misschien is het goed enkele algemene argumenten, die hiertegen kunnen worden ingebracht, te ontzenuwen. In de eerste plaats zou men op kunnen zien tegen de kosten (zoals wij in de praktijk ook deden). Hiertegen kan ik uit ervaring zeggen, dat het een enorme besparing zou hebben betekend als we in het begin meer gekocht hadden. Als ik alleen maar denk aan de ongelukkige zak meel, die ik enkele weken geleden voor fl. 450,- kocht en me afvraag hoeveel levensmiddelen ik aan het begin van de oorlog voor dat bedrag had kunnen kopen… En zelfs de gedistribueerde levensmiddelen zijn, ondanks de prijsbeheersing, niet onbelangrijk in prijs gestegen (mischien ± 50%). De praktijk leert, dat men, wanneer men niet van te voren koopt, later zeker het 10-voudige bedrag uitgeeft aan zwarte levensmiddelen, en dan nog zeer veel minder kwaliteit en kwantiteit ontvangt dan met hamsteren bereikt zou zijn.

Een ander bezwaar is, dat men, door te hamsteren, levensmiddelen onttrekt aan de gemeenschap en dit dus gaat ten koste van zijn medemensen. In de eerste plaats geldt dit bezwaar niet, wanneer men vóór de oorlog zou hamsteren. In de tweede plaats leert de praktijk, dat bij schaarste iedereen voor zichzelf zorgt en zich van zijn medemensen niets aantrekt. “Ieder voor zichzelf”, is de leuze, die dan geldt en men zou zeer fout doen dus op zijn eentje te altruïstisch te willen zijn. Wanneer men goed gehamsterd heeft, kan men zijn familie en goede kennissen nog eens een plezier doen en dit geeft meer voldoening dan het weldoen van de algemene “men”.

Dan nog een paar algemene opmerkingen.
1.Wat de kwaliteit betreft hoeft men niet het allerfijnste in te slaan, maar wel is een redelijke kwaliteit gewenst. Men moet het met plezier dag in dag uit kunnen eten.
2. Sommige artikelen zijn slecht te bewaren. Dit is te verhelpen door van andere artikelen meer in te slaan dan men nodig heeft, dan kan men het teveel later ruilen tegen de gewenste artikelen.
3. Er treedt een verschuiving in het gebruik op, die ons ook bij onze berekeningen parten heeft gespeeld. Wij meenden bv voldoende kerry te hebben ingeslagen door ons te baseren op vooroorlogs gebruik. De fout was, dat men, omdat men vele minder eetbare kostjes eetbaar moet maken, veel meer kerry verbruikt in oorlogs- dan in vredestijd, zodat we lang niet genoeg hadden.
4. Bega niet onze fout om van sommige artikelen, die we als luxe beschouwden, niet te hamsteren (thee, koffie, wijn). Het gemis van deze artikelen is veel onaangenamer dan men denkt; bovendien stegen deze genotmiddelen verreweg het meeste in prijs (± 100 x), zodat men ze later niet kon kopen.
5. De grote onbekende bij het inslaan van levensmiddelen is de duur van de oorlog. Men is geneigd deze te schatten aan de hand van de laatste oorlog, bij ons dus 1914-1918. Wij hadden 3 jaar getaxeerd en zitten er nu al 5 jaar in. Schat dus aan de voorzichtige kant. Een teveel hindert niets, voor zover het de goed houdbare artikelen betreft; zou de oorlog minder lang duren dan men dacht, dan kan dit niets geen kwaad. In een oorlog is toch alles veel duurder dan daarna, dus dat kan niets geen kwaad.
6. Men late zich niet weerhouden door een gebrek aan bergruimte. Desnoods richt men een kamer apart daarvoor in. Algemene conclusie: hamster bijtijds, op grote schaal, schaamteloos. Leen er desnoods geld voor. Aan het eind van de oorlog heeft het geld toch weinig waarde.
7. Laat u niet zoals wij weerhouden door gegevens in de kranten over de beperkte houdbaarheid van sommige artikelen. Deze zijn vaak fout, gedeeltelijk door onwetendheid, gedeeltelijk omdat men het hamsteren wenst tegen te gaan.

Nu de afzonderlijke artikelen:
Van de 3 hoofdbestanddelen van het voedsel: eiwit, vet en koolhydraten hebben we verreweg het meest gebrek gehad aan eiwit en vet.

Dierlijk eiwit krijgen we via de distributie in de vorm van vlees, kaas en melk. Vis is vrijwel niet te krijgen geweest in de oorlog, eieren hebben we in geen jaren meer gehad. Ons vleesrantsoen, 180 gram per persoon per 2 weken, is zoveel minder dan wat men nodig zou hebben (± 2800 gram), dat men het wel kan verwaarlozen. Daar vlees in blik volkomen goed te bewaren is (onze resterende blikjes zijn nu nog precies zo goed als in ’t begin van de oorlog), kan men zijn getaxeerde behoefte zonder enig bezwaar inslaan. Zorg voor afwisseling. Neem niet te grote blikken, want eens aangebroken moet men het blik binnen afzienbare tijd opeten, vooral omdat de electrische ijskast bij gebrek aan stroom niet meer werkt. Geschikte blikken van ± 1 kg of ½ kg (ham, rolpens, cornedbeef, gehakt enz.). Want vlees kost nu ± fl. 15 per pond; distributievlees is ± 1½ x zo duur als voor de oorlog en van slechte kwaliteit. Zeer droge en sterk gerookte worst (salami enz.) kan ook jaren bewaard.

Vis in blik is ook uitstekend te bewaren: sardines, tonijn, zalm enz. Eieren is nader te onderzoeken; er schijnt gedroogd eigeel te bestaan, dat wel houdbaar zal zijn.

Bij alle blikconserven is te bedenken dat ze droog bewaard moeten worden, daar de blikken anders roesten en op de roestplaatsen gaatjes gaan vertonen, waardoor het blik bederft.

Kaas is moeilijker. Bij goede verzorging schijnt kaas enige jaren te bewaren te zijn; ze wordt dan zeer pikant en steenhard. Dat geldt zowel voor Goudsche als voor Gruyère en Parmezaansche. Met kaas in blik hebben we geen ervaring; ik geloof niet dat het de voorkeur verdient boven gewone kaas. Het rantsoen is nu 100 gram per persoon per 2 weken, dus ook vrijwel te verwaarlozen t.o.v. de behoefte.

Melk is te bewaren als blikjes gecondenseerde melk met of zonder suiker en als melkpoeder. De blikjes zijn bij ons nu nog steeds goed. Daar gecondenseerde melk niet veel duurder is dan melk van de melkboer (prijs tegenwoordig 20 cent per l., dat is 2 x zo duur als voor de oorlog) is er alles voor te zeggen om voldoende in te slaan. Het tegenwoordige rantsoen is practisch nihil; van de zomer kregen de kinderen ½ l per persoon per dag en de volwassenen ¼ l taptemelk. Ons taptemelkpoeder in blik is ook nog altijd goed.

Er schijnt ook gecondenseerde room te bestaan in blik; dit zou zeker een prachtig artikel zijn om te hebben.

Vet krijgen we van de distributie in de vorm van boter, margarine en raapolie. De hoeveelheid is op ’t ogenblik 200 gram vet per persoon per 2 weken, dus ten enenmale onvoldoende en te verwaarlozen.

Boter is slecht te bewaren. (Kost zwart ± fl 40 p. pond.) Wel hadden we succes met botervet in glazen potten, maar dit krijgt wel een “oude” smaak en is niet op de boterham te smeren; wel was het goed om in te bakken. Beslist goed blijven goed gevulde en afgesloten flessen slaolie (arachide-olie). Prijs thans ± fl 50,- per fles. Verder lijkt mij de geschikste vorm van vet reuzel in vaten of blikken. Mocht ze ranzig worden, dan kan ze altijd overgeraffineerd worden. Het gemis aan vet is buitengewoon hinderlijk; wat vet door het eten maakt dit oneindig smakelijker dan zonder.

Koolhydraten

Brood en aardappelen zijn hier de voornaamste artikelen. Tot en met de afgelopen zomer waren aardappelen voldoende te krijgen, hetzij op de bon, hetzij tegen slechts weinig hogere prijs zwart. Ze zijn niet langer dan 1 winter te bewaren.

Brood was via de distributie tot voor kort in tamelijk voldoende hoeveelheid te krijgen, maar was zeer slecht van kwaliteit (bijmengsels van bonen- en aardappelmeel, verder rogge en tarwe). Brood hamsteren gaat natuurlijk niet. Meel en tarwe komen in aanmerking. Meel is beter te bewaren dan men zegt; 1½ jaar geleden aten we nog bij iemand prachtig wittebrood van vooroorlogse Amerikaanse tarwebloem. Waarschijnlijk is tarwe nog beter te bewaren, maar heeft het bezwaar dat het gemalen moet worden; vooral nu we zonder stroom zitten moet dat allemaal met de handmolen en dat is nogal bewerkelijk. Het beste is waarschijnlijk om in de loop van de oorlog een daartoe aangelegd teveel aan andere schaarse artikelen bij boeren, bakkers enz. te ruilen tegen tarwebloem en dan zelf brood te bakken. (Gist is niet meer te krijgen; er schijnen houdbare gistproducten te bestaan, anders bakpoeder.)

Verder kan goed bewaard rijst, maizena. We hebben geen ervaring met macaroni, spaghetti en vermicelli, maar dat zal ook wel goed blijven, mits goed verpakt bewaard. Via de distributie is de hoeveelheid volkomen onvoldoende.

Bonen en erwten zijn goed te bewaren, maar worden er niet lekkerder op. Beter ieder jaar van de nieuwe oogst nemen; te ruilen tegen daartoe in te kopen hamsterartikelen. Zwarte bonen kosten nu fl 2,50 per pond.

Sago, tapioca, onbekend of ze te bewaren zijn.

Groenten, vruchten

Groenten en vruchten in blik zeer aan te bevelen om veel van in te slaan. Groente was tijdens de oorlog slecht te krijgen en zeer duur; vruchten waren er vrijwel niet. Zwarte appelen nu fl. 3,50 per kilo. Groente op de bon in ’t algemeen ± 5 x zo duur als voor de oorlog, dus veel duurder dan vooroorlogse blikgroente, zelfs van goede kwaliteit.

Specerijen enz. Hiervan vooral voldoende inslaan; er is betrekkelijk geen geld en bewaarruimte mee gemoeid en toch wel belangrijk: peper, kruidnagelen, kaneel, kerry, worcester sauce, soja, laurierblad. Verder anijsolie. Ook bouillonblokjes, soepblokken, aroma. Krenten, rozijnen en sucade waren al gauw niet meer te krijgen.

Zout was tot voor kort volop te krijgen, maar ineens niet meer door kolengebrek. Buitengewoon lastig en onaangenaam: flinke hoeveelheid zout inslaan. Zwart zout kost fl 10 per pond.

Suiker was in de oorlog direct al gedistribueerd tot ± de helft van de vooroorlogse behoefte. Thans krijgen we niets meer. Suiker is veel belangrijker dan men denkt; zowel om het eten smakelijk te maken als voor een snelle opwekking na vermoeidheid. Veel van inslaan; kan tot in ’t oneindige bewaard.

Jam, stroop, zoete boterhambelegsels zijn sterk gerantsoeneerd en van zeer slechte kwaliteit geworden, daarbij veel duurder dan de goede vooroorlogse producten. Hiervan te hamsteren alsof er niets via de distributie te krijgen was.

Limonade practisch niet meer te krijgen; veel van kopen.

Chocolade, snoep. Chocoladerepen waren na jaren nog uitstekend (ongevuld). Zeer veel van inslaan. Gevulde repen, fondant enz. slecht te bewaren, daarentegen zullen zuurtjes enz. wel goed houdbaar zijn.

Koekjes met vet gebakken worden na jaren bewaren ranzig. Hoogstens droge koekjes inslaan, maar beter zelf te maken, als men maar meel, vet en suiker heeft.

Thee, koffie, cacao blijven volstrekt goed, mits goed verpakt. Er zijn weinig dingen waarvan we meer spijt hebben dan dat we die artikelen niet voldoende hebben ingeslagen. Prijzen van ± een jaar geleden: koffie fl 150,- p. pond, thee fl 70 p. ons. Zeer geschikte ruilartikelen bij boeren, daar ze weinig plaats innemen. Veel van inslaan. We hebben in de oorlog oneindig meer aan surrogaat uitgegeven dan echte thee en koffie ons voor de oorlog gekost zouden hebben.

Alcohol. Hoewel we zeer matige alcoholgebruikers zijn, spijt het me erg niet meer alcohol in huis te hebben. Bier is tot deze zomer nog in beperkte mate te krijgen geweest, van behoorlijke smaak maar zeer laag alcoholgehalte. Wijn is thans nog met moeite te krijgen voor ± fl 70,- per fles. De reden is dat de legers de wijn opdrinken en graan voor bier en jenever niet beschikbaar worden gesteld. En in de oorlog heb je meer dan anders behoefte aan eens een opkikkertje. Dus hamsteren.

Tabak. Prima te bewaren en in de oorlog veel te weinig, zeer slecht en peperduur te krijgen. Een sigaar (vooroorlogsch) kostte een jaar geleden ± fl. 3,50. Een pakje shag van ½ ons (oorlogskwaliteit) brengt ± fl 12 op. Cigarettenpapier van goede kwaliteit kost fl 5,- per boekje van 50 velletjes!

Dus: sigarenrokers voldoende sigaren hamsteren; cigarettenrokers cigaretten in dichtgesoldeerde blikken of blikjes tabak; pijprokers voldoende tabak. Zeer goed ruilartikel, vooral cigaretten en shag! Vergeet ook cigarettenpapier niet; het kost zowat niets en neemt geen plaats in. Pijpen zijn sinds jaren niet meer te krijgen.

Kleding, schoeisel

Importartikelen als wol en katoen, werden al heel gauw schaars. De man kan zich hiertegen wapenen door voldoende pakken en voldoende ondergoed in te slaan. De vrouw kan hetzelfde doen of eventueel stof inslaan om te zijner tijd jurken van te maken. Voor kinderen is dit laatste het meest aanbevelenswaardig, daar ze er anders uitgroeien. Op ’t ogenblik vrijwel niets te krijgen, zelfs kunstzijde niet, en alles peperduur. Ook naaigaren inslaan. Denk ook aan voldoende corsetten en buikbanden, verder naaigaren, band, drukknopen, spelden, naalden en elastiek. Breiwol kan niet genoeg worden gekocht; ook knopen zijn niet meer goed te krijgen. Stopkatoen en stopwol.

Schoenen zijn zeer belangrijk, daar ze vrijwel niet meer te krijgen en niet behoorlijk meer te repareren zijn. Zolen en hakken kosten meer dan vroeger twee paar goede schoenen. Een paar schoenen (zwart) ± fl 100,-. Ik had zeer veel plezier van Cresa(?) schoenen met rubber zolen, waarop men een jaar kan kopen zonder reparatie. Kinderschoenen is een probleem; het best is wat diverse maten op de groei in te slaan; mochten ze niet passen, dan kunnen ze gemakkelijk geruild.

Verwarming. Antrhaciet enz. gedistribueerd in zeer onvoldoende hoeveelheid. Kan worden ingeslagen en in de buitenlucht open bewaard desnoods. Anders moet men later zwart zeer duur bijkopen. Anthraciet kost nu fl 50 per 70 kg (mud). In plaats van het beetje brandstof, dat ik de laatste jaren clandestien bij heb moeten kopen voor veel geld, had ik veel beter vóór de oorlog voldoende anthraciet kunnen kopen.

Toen sinds enige maanden ook het gas, dat voor die tijd weliswaar gerantsoeneerd was, maar in vrij voldoende hoeveelheid, helemaal uitviel, moest ook op kolen gekookt worden. Belangrijk is het, een goed kolenfornuis hiervoor te hebben, met bakoven om brood te kunnen bakken.

Verlichting. Electriciteit was tot voor kort gedistribueerd, in vrij voldoende hoeveelheid. Sinds 2 maanden is de stroomlevering geheel opgehouden. Voor de eventualiteit hadden we een 100 kg carbid moeten hebben en een goede carbidlamp. Verder voldoende olie om oliepitjes te kunnen branden. Eventueel petroleum en petroleumlampen. Thans betaalt men voor carbid en petroleum ± fl 40 per kg.

Diversen. Zeer hinderlijk gebrek hadden we aan fietsbanden: per persoon 2 paar buitenbanden en 1 paar binnenbanden kopen. Buitenbanden kosten nu ± 200,- p. stuk.

Leren schooltassen voor de kinderen hebben we ook zeer gemist.

Zeep is van groot belang, absoluut goed te bewaren en goedkoop. Volop voldoende toiletzeep, vlokkenzeep, Sunlightzeep, groene zeep en scheerzeep. Verder boenwas, terpentijn, pleepapier, lucifers. Wij ruilden onlangs 5 kg vlokkenzeep voor 2 grote kazen ter waarde van fl 325,-. Bij de in te slane hoeveelheid te bedenken, dat het, zoals in ons geval, nodig kan worden dat men de gehele wasch in huis moet doen, daar de wasserijen door kolengebrek niet meer kunnen wassen. Dus wasketel, wringer.

Wie zich met een veiligheidsscheermes scheert, moet ook voldoende mesjes inslaan; die zijn zeer onvoldoende gedistribueerd, duur en slecht.

Huisraad is vrijwel niet meer te krijgen. Serviesgoed (theekopje, trekpot), messen, pannen vrijwel niet te krijgen. Weckketel en veel weckflessen! Linnenkast goed vol hebben. Voldoende dekens! Vloerbedekking niet meer te krijgen of krankzinnig duur. Perzische kleden ± fl 300 per m². Wij ruilden enige kleden tegen kaas.

Voor de auto zou het geen zin hebben gehad benzine te hamsteren, daar men toch niet meer mocht rijden zonder vergunning.

Speelgoed voor de kinderen practisch niet meer te krijgen. Ook boeken schaars, slecht papier. Blocnotes en enveloppen kopen; voor kinderen ook voldoende schoolschriften. Vulpennen helemaal niet meer te krijgen; zeer lastig! Klokken, horloges niet te krijgen en zelfs vrijwel niet te repareren. Touw is nu papiertouw; duur en slecht.

Tandenborstels, ander borstelwerk, tandpasta, eau de Cologne enz niet of slecht te krijgen, slecht en duur.

We willen nu eens nagaan wat we voor ons gezin van 5 personen hadden moeten hamsteren voor de 5 jaar oorlog, de kosten daarvan en de ruimte die het zou hebben ingenomen:

Vlees of vis in blik 5 x 5 x 365 x 0,2kg – 20% voor distributie = 1300 kg, kosten ± fl 1500, volume ± 1500 l.

Kaas 100 kg, kosten fl 100, volume 100 l.

Gecondenseerde melk 5 x 5 x 36 x ½ l (na verdunning), dus ± 5000 blikjes à fl 0,20 = fl 1000, volume ± 700 l

Vet, slaolie 5 x 5 x 365 x 0,1 kg = 900 kg – 20% voor distr. = 700 kg, kosten ± fl 400, volume ± 700 l

Meel 5 x 5 x 365 x 0,3 kg = 2700 kg, kosten fl 400, volume 2700 l

Rijst 400 kg, kosten fl 100, volume 400 l

Maizena, macaroni enz. 100 kg, kosten fl 100, volume 100 l

Groenten en vruchten in blik 5 x 5 x 365 x ¼ l = 2250 l, kosten fl 1000, volume 2250 l

Specerijen fl 10

Zout 100 kg, kosten fl 20, volume 100 l

Suiker 5 x 50 x 3 kg = 750 kg, kosten fl 350, vol. 700 l

Jam, stroop, zoet boterhambeleg 5 x 5 x 50 x 0,3 kg = 375 kg, kosten fl 400, vol .400 l

Limonade 5 x 20 fles = 100 fles, kosten fl 100,vol. 100 l

Chocola, snoep 5 x 5 x 365 x 1 reep = 9000 repen, kosten fl 450, vol. 200 l

Thee, koffie ieder 100 kg, cacao 30 kg, kosten fl 1000, vol. 250 l

Jenever 60 l, wijn naar keuze, kosten fl 200 + ?,vol. 60 l + ?

Sigaren 6000 stuks à 10 cent, kosten fl 600, vol. 100 l

Totaal uitgaven voor 5 personen voor 5 jaar fl 7730,-, volume 8660 l.
Rekent men verder voor schoenen, stof enz. fl 1000, voor anthraciet 5 x 8 ton = 40 ton à fl 30 = fl 1200, carbid enz. fl 40, fietsbanden fl 50, zeep fl 50, dan komt men op een totaal van ± fl 10.000,-, d.i. fl 2000 per jaar.

Dit lijkt zeer veel, maar men leeft die jaren ook vrijwel voor niets wat de levensmiddelen betreft, en men bedenke steeds, dat door aan ’t eind van de oorlog 10% van de voorraad te verkopen, een veelvoud van de aanschafprijs kan worden verkregen. Ter illustratie vermeld ik nog dat ik de laatste 2 jaar fl 4000 uitgaf alleen aan levensmiddelen buiten de bon, en dat het resultaat was, dat bv vandaag het menu was: bij ’t opstaan een kop theesurrogaat zonder melk of suiker; bij ’t ontbijt bijna voldoende brood van (door toevallige omstandigheden) vrij goede samenstelling (79% tarwe, 30% gerst). 2 der boterhammen met minimale hoeveelheid boter, de rest zonder. Een microscopisch plakje kaas. 2 boterhammen met zelfgemaakte stroop (uit suikerbieten), de rest met zelfgefabriceerde smeersels (gortmout met ui en peterselie en maggiblokje). Weer theesurrogaat zonder melk en suiker. Om 1 uur warm eten: bruine bonen (zelf verbouwd in de tuin) met wat gortmout gekookt; geen vet of dgl. ‘s Avonds zeer goed eigengebakken tarwebrood; weer 2 boterhammen met een ietsje boter, één met kunsthoning, rest weer met smeersels. Weer theesurrogaat zonder melk en suiker. ’s Avonds 2 koppen theesurrogaat als boven. Verder gerookt 3 pijpen zelfverbouwde tabak; buitengemeen slecht en zwaar. De hele dag, althans de ochtend, min of meer kou geleden; hoewel de buitentemperatuur zeer zacht was, was het binnen niet warmer dan ± 54 ° Fahrenheit.

De avond gedeeltelijk doorgebracht bij een petroleumpitje, te klein om iets bij te kunnen uitvoeren, daarna bij electrisch licht van fietsdynamo, dus trappers voortbewegen, om het voorstaande relaas te kunnen schrijven. En dat alles met het vooruitzicht dat als de Geallieerden ons niet voor eind Maart komen verlossen, volstrekte hongersnood dreigt, evenals het einde van de brandstof enz.

Mocht er weer eens een oorlog komen dan hoop ik dat wezelf, of als we tegen die tijd dood zijn onze kinderen en kleinkinderen de zaak beter zullen aanpakken dan wij gedaan hebben en dat het bovenstaande hen daarbij moge helpen.

Nog een woord tenslotte over de geldbelegging in oorlogstijd. Uiteindelijk zal pas na de oorlog te zeggen zijn, hoe men op dat gebied had moeten handelen, omdat de fiscus dan wel een ferme greep zal doen in alle mogelijke winsten, in de oorlog behaald. Maar voorlopig kan al het volgende gezegd worden: verreweg de grootste geldwinsten zou men hebben behaald door zijn geld bij het begin van de oorlog in goederen te beleggen. Onroerend goed heeft het bezwaar van incourantheid en molestgevaar. Belegging in levensmiddelen is niet gewenst, wil men niet als zwarthandelaar optreden. Het beste zou geweest zijn Perzische tapijten, bont, goud, diamanten, horloges enz. Ook luxeartikelen als thee, koffie, tabak, sigaren. Voor luxevoorwerpen wordt in oorlogstijd wel betaald, 1e omdat velen zwart geld verdienen, 2e omdat velen hun verdiensten zo willen beleggen dat de fiscus er niet bij kan (bv zij die aan de Duitsers veel geld verdienden en aan zien komen dat hun deze verdienste na de oorlog zal worden afgenomen, wanneer ze niet zorgen deze geheel weg te kunnen stoppen). Een gouden horloge kost fl 400, porcelein, schilderijen, antieke meubelen zijn zeker 10 x zo duur als voor de oorlog.

Wil men zich bij effecten houden, dan bedenke men dat kort na het uitbreken van de oorlog alle aandelen sterk in koers opliepen, maar vooral de laaggenoteerde. Er staan in de prijscourant thans vrijwel geen effecten meer beneden de 100 %. De grootste koerswinsten had men dus kunnen maken door in ’t begin van de oorlog zijn bezit om te zetten in laaggenoteerde effecten en deze dan later om te zetten in goede kwaliteitsaandelen.

Dit opstel zou niet af zijn als we niet uitvoerig stilstonden bij de plaats, waar het gehamsterde en eventuele waardevoorwerpen moeten worden geborgen. Die ruimte moet aan de volgende eisen voldoen: groot genoeg, koel, maar vorstvrij, onvindbaar en aan niemand behalve de daarvoor in aanmerking komende huisgenoten bekend.

Dat alles is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want nemen we aan dat de voorraad 10 m³ beslaat, en dat alle artikelen goed bereikbaar moeten zijn; verder dat men zelf met zijn gezin in noodgevallen er ook een plaats in moet kunnen vinden, dan is een kamer van 4 x 4 m zeker niet te groot. Wanneer men in een flink eigen huis woont of nog gemakkelijker als men een huis laat bouwen is het wel mogelijk een dergelijke ruimte af te zonderen, bij voorkeur in de kelder. In vredestijd zal het moeilijk zijn het geheim te bewaren, daar de noodzaak dan niet zo in het oog springt.

Ik wil nog eens even onze eigen ervaring uit de oorlog memoreren. Zolang we niet onze bescheiden voorraad op een veilige plek wisten, voelt men er zich toch niet lekker mee, omdat steeds de angst blijft dat er huiszoeking zal worden gedaan, hetzij door Duitsers, hetzij door de Hollandsche autoriteiten, die natuurlijk het hamsteren tegen moeten gaan, hetzij door de plunderende bevolking bij hongersnood. Verder hebben we op verschillende ogenblikken een veilige schuilplaats nodig gehad, bv voor het koper- en tinwerk dat we op een goed ogenblik moesten inleveren; voor de radio die ingeleverd moest worden, voor dekens en kleren, die onlangs door de Duitsers gevorderd werden en waarbij huiszoeking plaatshad wanneer men niets inleverde; en tenslotte voor mijzelf, wanneer de Duitsers hun jacht op mensen, die juist vandaag in Haarlem schijnt te zijn begonnen, ook tot hier uitstrekken. Alles reden te over om voor een goede schuil- en bergplaats te zorgen, zo mogelijk vóór de oorlog al, maar anders direct aan het begin van de oorlog.

F.A. Menalda

Naschrift op 21 April 1945

Een half jaar na het voorgaande te hebben geschreven, leek het me interessant nog een enkel woord te zeggen over deze laatste periode. Het was een tijd van erge hongersnood; in A’dam sterven per week ± 500 mensen van de honger. De rantsoenen waren in deze periode per week per persoon ± 800 gr. brood, 1 kg aardappelen, 100 gr vlees, 50 gr kaas en 50 gr olie. Groente was vrijwel niet te krijgen. Dankzij onze voorraad hebben wij er ons doorheengeslagen. Buiten de distributie om is vrijwel niets te krijgen, en dan alleen tegen fantasieprijzen: 1 mud tarwe (80 kg) fl 4000,-, boter fl 150,- p. pond, suiker fl 140,- per kg, bruine bonen fl 45,- per kg, raapolie fl 150,- p. fles, aardappelen fl 10,- per kg, melk fl 8,- per fles, één cigaret fl 3,-.

Nu enkele dagen geleden het gedeelte van ons land ten O. van de IJssel bevrijd is, is de levensmiddelentoevoer uit die streken ook opgehouden en was bv het rantsoen voor de komende week 400 gr brood, 1 kg aardappelen en verder niets. Gelukkig hebben we nog wat vorraad en staan de Geallieerden volgens de laatste berichten 3 km vóór Amersfoort, dus zal het nu wel niet lang meer duren, al kan de waterlinie ons nog parten spelen. Maar er zullen er nog heel wat van de honger doodgaan voor het zover is! NB Vergat nog te vermelden dat sinds ruim een maand het Zweedse, Zwitserse en Internationale Rode Kruis zijn bijgesprongen door per week per persoon te verstrekken 400 gr witbrood; een enkele keer kregen we nog 125 gr. margarine en voor de kinderen onder 14 jaar was er nog steeds iets extra’s bij, hetzij havermout of rijst. Verder aten we suikerbieten (wij alleen de stroop, maar velen de pulp) en tulpebollen. Van deze laatste consumeerden wij een 60 kg in totaal.


Naschrift van Moeder 1982

Flip vergat een stevige kruiwagen of kleine handkar!!

Naschrift van Geeske 2007

Het oorlogsdagboek van Moeder (bewaard bij Minke) vermeldt als lichaamsgewichten 08-02-1945:

Vader (1.86m) 64 kg
Bert (1.80m) 56 kg
Moeder (1.63m) 56 kg
Alles met kleren aan. Minke en ik bepeinsden dat wij anno 2007 51 resp. 53 kg wegen! Ook doe ik met 1 kg aardappels veel langer dan de week die de distrubutie ons gaf; brood ditto en met 250 g boter doe ik maanden. Dus wat is het verschil, vraag je je af. Het verschil zit ‘m wat mij betreft hierin, dat je in de laatste oorlogsmaanden veel en veel meer energie verstookte door constante kou, angst en spanning en doordat alles met de hand en te voet moest gebeuren. Zie het boven aangehaalde licht opwekken d.m.v. een fietsdynamo, maar ook alle afstanden moesten te voet (op klompen) worden afgelegd; alle vervoer was immers uitgevallen en fietsbanden waren er niet meer. Voor alle gezondheidsfreaks en energiepredikers ideale omstandigheden als het ware!